-
1 ik zal het je nog sterker vertellen
ik zal het je nog sterker vertellenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik zal het je nog sterker vertellen
-
2 sterker nog
indeed, more than that -
3 sterk
4 [omvangrijk, veelvuldig; talrijk] strong5 [bekwaam] strong6 [kras] thick, Aexaggerated7 [met betrekking tot reuk/smaak/geluiden] strong8 [met vaste waarde] strong♦voorbeelden:een sterke motor/zender • a high-powered engine/transmittersterke thee • strong teaiets sterks drinken • drink something strongsterker worden • gain strengthsterk zijn in zijn armen • have strong arms〈 spreekwoord〉 wie niet sterk is, moet slim zijn • if the lion's skin cannot, the fox's shallsterke lijm • strong glueik vind het geen sterk verhaal • I don't think much of the storyeen sterke wind • a strong wind4 het leger is 30.000 man sterk • the army is 30,000 strongeen sterke speler • a strong playersterk in aardrijkskunde • good at geographydat lijkt me sterk • I doubt itsterker nog • indeed, more than thatII 〈 bijwoord〉2 [op goede wijze] well♦voorbeelden:een sterk vergrote foto • a much enlarged photographzich sterk tot iemand aangetrokken voelen • feel a strong attraction towards someoneer sterk over denken om te gaan verhuizen • seriously consider movingsterk gekleurd • highly colouredsterk gekruid • highly seasonediets sterk overdrijven • greatly exaggerate somethingsterk ruiken • smell stronglysterk toenemen • increase sharplysterk twijfelen aan • doubt something very muchsterk uiteenlopen/verschillen • diverge/differ greatlysterk verbeterd • much improvediets sterk verbeteren • make great improvement in somethingsterk redeneren • reason wellik zal het je nog sterker vertellen • I'll tell you one to top that -
4 rel
♦voorbeelden:1 een rel schoppen • kick up/cause a rowde demonstratie eindigde in een rel met de politie • the demonstration turned into a clash with the police -
5 wat
wat1〈 bijwoord〉3 [met betrekking tot verbazing/verbijstering] isn't it/that/he 〈enz.〉 …, aren't they/those 〈enz.〉 … ⇒ how4 [waarom] why♦voorbeelden:1 hij is wat traag • he is a little slow/on the slow side2 hij is er wat blij mee/trots op • he is extremely pleased with/proud of itzo eerlijk als wat • as honest as they comewat lief van je! • how nice of you!wat is het koud! • isn't it cold!, what cold weather!wat ze niet verzinnen tegenwoordig • the things they come up with these dayswat wil je nog meer? • what more do you want?wat zal hij blij zijn! • how happy/pleased he will be!〈 ironisch〉 wat zijn we weer leuk • (are you) trying to be funny?4 wat lacht hij toch? • what's he laughing for/at?————————wat22 [zonder antecedent] what3 [met voorafgaande zin als antecedent] which♦voorbeelden:alles wat je zegt, klopt • everything you say is truedat wat • whatwat mij aangaat • as for me, as far as I am concernedwat dit betreft • as far as this is concerneddoe nou maar wat ik zeg/wat je gezegd wordt • just do as I say/you're toldje kunt doen en laten wat je wilt • you can do what/as you please/like/wantik zal doen wat ik kan • I'll do what(ever) I canje kunt zeggen wat je wilt, maar verlegen is ze niet • (you can) say what you like, (but) she certainly is not shy3 hij zei dat hij het niet gemerkt had, wat natuurlijk niet waar was • he said he hadn't noticed, which was not true obviouslyze zag eruit als een verpleegster, wat ze ook was • she looked like a nurse, which in fact she was tooII 〈 vragend voornaamwoord〉1 [zelfstandig/bijvoeglijk gebruikt] what ⇒ 〈 bij beperkte keuze〉 which, 〈 verbazing uitdrukkend〉 whatever2 [waarom] why♦voorbeelden:1 wat bedoel je? • what(ever) do you mean?; 〈 sterker of ironisch〉 what(ever) are you talking about?wat bedoel je daar nou mee? • just what do you mean by that?; 〈 sterker〉 just what is that supposed to mean?wát ga je doen? • you are going to do what?wat heb je 't liefste, koffie of thee? • which do you prefer, coffee or tea?wat is er? • what's the matter?wat krijgen we nou? • what's this supposed to mean?; 〈 van politieagent〉 what's all this then?(en?) wat mag het zijn? • 〈 met betrekking tot drankje〉 what would you like (to drink); 〈 door winkelbediende gezegd〉 can I help you?wat zeg je? • what did you say?; 〈 informeel〉 sorry?, what?, come again; 〈 beleefd〉 (I beg your) pardon?wat zou dat? • what of it?wat dan nog? • so what?, what of it?wat is het voor iemand? • what's he/she like?wat voor weer is het? • what's the weather like (outside)?wat voor een naam is dat?! • what kind of name is that?!♦voorbeelden:daar vraag je me wat • now you're askingwil je wat drinken? • would you like something to drink?misschien wordt het wel wat tussen die twee • it may come to something between those twoik zal je eens wat zeggen • (just) listen (to me)!; 〈 sterker, als uitdaging〉 just you listen to me!ik zie wat • I (can) see somethingzie jij wat? • do/can you see anything?daar zit wat in • there's something to/in ithet is altijd wat met hem • there's always something up with himwat er ook gebeurt, blijf kalm • whatever happens, stay calmIV 〈 uitroepend voornaamwoord〉1 what♦voorbeelden:1 wat kun jij mooi tekenen • how well you draw!wat kun jij liegen, zeg • what a(n awful) liar you are!wat een mooie benen! • look at those legs!wat een onzin • what (absolute) nonsense————————wat3♦voorbeelden:1 geef me wat suiker/geld • give me some sugar/moneygeef mij ook wat • let me have some toowat meer • a bit/little morewat minder • a bit/little lesseen stuk of wat • two or threeeen dag of wat • a day or so/twoheel wat verdienen • earn quite a bitdat scheelt heel wat/nogal wat • that makes quite a (bit of a) difference————————wat41 what♦voorbeelden:1 wat! komt hij niet? • what! isn't he coming? -
6 ofschoon
♦voorbeelden:1 〈 elliptisch〉 ofschoon nog jong, is hij rijp van verstand • although still young, he has got a mature mindofschoon hij rijk is, is hij niet gelukkig • although/ 〈 sterker〉even though he is rich, he is not happyofschoon nogal vaag, een veelbelovende theorie • a promising albeit rather vague theory -
7 verlangen
verlangen1〈 het〉♦voorbeelden:ik brand van verlangen om dat eens te zien • I am dying to see it————————verlangen2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 wat kun je nog meer verlangen • what more can you ask for?dat kunt u niet van mij verlangen • you can't expect me to do that -
8 zwijgen
zwijgen1〈 het〉1 silence♦voorbeelden:het zwijgen verbreken • break the silence————————zwijgen21 [niet spreken] be silent2 [niet melding maken van] not record/mention, keep silent about3 [geen geluid meer geven] keep silent/still♦voorbeelden:hij bleef zwijgen • he remained silentik kan niet langer zwijgen • I can't keep it to myself any longer〈 figuurlijk〉 niet weten te zwijgen • not know how to keep one's mouth shut, blabde stem van zijn geweten tot zwijgen brengen • silence the voice of one's consciencezwijg! • hold your tongue!, be quiet!om nog te zwijgen van • to say nothing of, not to mentionvan/over iets zwijgen • not record/mention something, keep silent about something
См. также в других словарях:
Stark — 1. Dar is Nüms so stark, he find sin Mann. – Eichwald, 1416. 2. Dat is mi to stark, söä de Katt, do rok sein t Pöäperfatt. – Schlingmann, 791. 3. Der ist starck, der sein gedancken vnd begierden zwingen kan. – Lehmann, 384, 7. 4. Der ist stark… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Land — 1. Alle Lande seyn dess Weysen Vatterland. – Lehmann, II, 26, 4; Simrock, 6161; Körte, 3674; Braun, II, 2141; Masson, 351. Als man Sokrates fragte, was für ein Landsmann er sei, antwortete er: ein Weltbürger. Poln.: Tam dom, gdzie dobrze. – W… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Liebe — 1. Ade, Lieb , ich kann nicht weine, verlier ich dich, ich weiss noch eine. Auch in der Form: Adieu Lieb, ich kan nit weinen, wilt du nit, ich weiss schon einen. (Chaos, 60.) »Wenn dir dein Liebchen untreu war, musst du dich nur nicht gleich… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Noth (Subst.) — 1. Ai d r Nût fresst d r Taif l Flîja. (Oesterr. Schles.) – Peter, 453. 2. Aus der Noth hilft kein Schreien (Handeln). 3. Aus der Noth in den Tod. 4. Aus Noth trägt mancher Mann Sammthosen. (Görlitz.) Weil die Wochentagshosen zerrissen sind, muss … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Recht (Subst.) — 1. Alles, was das Recht erlaubt, thut man mit Recht. – Graf, 285, 6. Mhd..: Allez daz das reht irloubt, daz tut man wol mit rehte. (Daniels, 334, 43.) 2. Alt Recht und frischer Braten ist wohl zu rathen. Böhm.: Stará práva, čerstvá potrava –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon